Eerste toenadering
EERSTE TOENADERING
Hieronder 10 essentiële punten voor wie zich begeeft in de nabijheid van iemand die zich in coma bevindt. Uiteraard kan niets van de informatie op deze website in de plaats gesteld worden van deskundige medische hulp en verzorging.
Atmosfeer
|
Probeer niet teveel dingen te doen rondom het bed van de persoon in coma. Respecteer zijn / haar ruimte. |
Ademen
|
Vertraag het ritme van uw ademhaling en adem op dezelfde manier en in hetzelfde ritme als de persoon in coma. Probeer u in te leven in de ‘droomwereld’ waarin hij zit. |
Introduceren
|
Stel jezelf voor, iedere keer dat je bij hem komt. Vaak moet een persoon in coma de relaties die hij had opnieuw leren kennen. |
Aanraken
|
Raak de persoon op dezelfde manier aan als wanneer hij niet in coma geweest zou zijn. Raak de pols aan als je zijn / haar aandacht wit vragen. |
Observeren |
Observeer alles wat de persoon doet, zie iedere kleine beweging en hoor ieder geluid dat de persoon maakt. |
Aanmoedigen
|
Iedere keer dat de persoon in coma beweegt zeg je dit hardop om hem/haar aan te moedigen. Bijvoorbeeld : ‘Ik zag je oog bewegen ! Ik hoorde dat geluid ! Goed gedaan !’ |
Nadoen
|
Doe alles na wat de persoon in coma doet. Als de persoon zijn/haar vinger beweegt, leg je je vinger ernaast en doet u hetzelfde. Je kunt ook een van zijn vingers ietsje optillen met je eigen vinger om hem te stimuleren. |
Versterken
|
Als u ziet dat de persoon beweegt of geluid maakt, vraag hem om het opnieuw te doen, maar dan iets sterker. |
Kracht en weerstand
|
Vraag de persoon om te duwen, bijvoorbeeld tegen je hand of om deze tegen te houden als je zelf zachtjes duwt. Beweeg in zijn/haar tempo en let op hoeveel hulp de persoon nodig heeft (geleid bewegen), zoek een beweging waarvoor weinig kracht nodig is. Moedig de persoon aan wanneer deze zijn / haar best doet. Zeg dingen zoals : ‘Geweldig ! Voel je hoe sterk je bent ?’ |
Expressie
|
Laat de persoon zeggen of voelen wat hij wil. Het kan zijn dat hij bezig is om in zijn innerlijke “droomwereld” iets af te handelen en het kan verwarrend zijn als er delen van de werkelijkheid doordringen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen : “Je bent in een heel goed ziekenhuis, want je hebt iets vervelends meegemaakt”. Je bent veilig hier en omringd door vrienden. Je mag voelen wat je wilt voelen, zien wat je wilt zien en horen wat je wilt horen. Het is goed, we zijn bij je.’ |
Bron: ComaCare